woensdag 3 augustus 2011

Hoe staan verschillende mensen tegenover kansarmoede?

Als bijkomende opdracht heb ik erover gekozen om eens in mijn omgeving rond te vragen wat verschillende mensen over kansarmoede denken, weten, wat ze er tegen doen,… Hieronder vind u telkens de vraag en het antwoord van elke persoon individueel:
1. Welke leeftijd hebt u op dit moment?
M: 43 jaar
G: 49 jaar
H: 33 jaar

2. Wat roept het woord kansarmoede bij jouw op?
Dit is een vraag waarop ik ontzettend uiteenlopende antwoorden kan krijgen maar geen enkel van onderstaande antwoorden is in mijn ogen fout in tegendeel ze zijn allemaal even eerlijk en oprecht.
M: Kansarmoede is een woord waar ik al meerdere malen van heb gehoord maar eigenlijk tot nu toe nog nooit bij stil gestaan heb.
Wanneer ik het woord kansarmoede letterlijk opvat kom ik tot onderstaande betekenis van het woord: Mensen die arm zijn qua kansen. Wanneer ik dit woord dan nader bekijk kan ik zeggen dat mensen die kansarmoede hebben minder kansen krijgen omwille van een achterstand qua inkomen, opleiding, welzijn, gezondheid,.. en zo kan ik nog wel even doorgaan. Mijn besluit van kansarmoede is dus dat deze mensen niet mee kunnen binnen de maatschappij omwille van verschillende ongemakken/achterstanden.
G: Daar moet ik even over nadenken. Jonge mensen die geen kans zien om te studeren, met andere woorden, waar het onderwijs te duur voor is of die het financieel moeilijk hebben. Kortom mensen die het moeilijk hebben om zich te integreren in de maatschappij.

H: Ik denk daarbij aan mensen die geen mogelijheden hebben op financieel vlak waardoor ze geen (of weinig) onderwijkansen hebben. Deze mensen kunnen moeilijk vooruitkomen in het leven en zitten daardoor in een negatieve spiraal, waar ze zelden of nooit uitkomen. Wat het nog moeilijker maakt voor deze mensen zijn de vooroordelen die de mensen hebben over hen in onze maatschappij.
3. Ben je ooit al eens in contact geweest met een persoon die te maken had met kansarmoede? Wie? Wat? Waar?
M: Ik heb nog nooit echt nadrukkelijk te maken gehad met mensen die leven in kansarmoede. In mijn vroegere schoolloopbaan ben ik wel in contact gekomen met mensen die kansarm zijn maar dit was eerder een kortstondig gesprekje bij een buurtwerking van Leuven.
G:
Mijn beroep is politieagent en ik kom dus regelmatig in contact met dergelijke personen. Omwille van het beroepsgeheim mag ik geen verdere persoonlijke informatie doorgeven maar je herkent deze mensen meteen door hun achtergrond, nationaliteit en het niet vinden van werk. Daarnaast merk ik op dat deze mensen zich niet kenbaar kunnen maken binnen onze maatschappij aangezien ze van een ander land komen en dusdanig als vreemdeling beschouwt worden
. Doch zijn deze mensen zeer medewerkend,vriendelijk en proberen ze aan werk te komen.

H:Omdat mijn beroep kleuterleidster is kom ik soms in contact met kinderen ( kleuters ) uit een kansarm gezin. Op school/in de klas valt het op dat deze kinderen soms weinig zelfvertrouwen hebben, de Nederlandse taal niet machtig zijn, er wat onverzorgd voorkomen en structuur missen. De verwachtingen voor deze kansarme kinderen zijn vrij groot van thuis uit Bv. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor een jongere broer/zus. Ik wil even melden dat niet alleen allochtone mensen kansarm kunnen zijn, maar  autochtone mensen evenzeer. Kortom Kansarmoede is vaak heel dichtbij.
4. Wat zou jij zelf doen aan kansarmoede moest je daarvoor de mogelijkheden hebben?
M: Moest ik de mogelijkheid hebben zou ik ontzettend veel doen voor deze mensen. Ik zou bijvoorbeeld deze mensen meer kansen bieden door hen speelgoed,schoolmateriaal, kledij,… te schenken waardoor ze zich al meer thuis voelen in de maatschappij. Daarnaast zou ik een huis opbouwen waarin mensen terecht kunnen voor de hulp naar cursussen, werk, toekomst plannen,… toe. Hiermee bedoel ik dat mensen die kansarm zijn, de mogelijkheid krijgen om op iemand te rekenen die hun toekomst mee in de hand houdt.
Als laatste zou ik graag aan alle kinderen de mogelijkheid geven tot een schoolloopbaan, tenslotten heeft elk kind recht op onderwijs.


G:Moest ik deze mogelijkheden hebben zou ik deze mensen helpen aan werk te geraken.
H:
Ik zou als kleuterleidster een vertrouwensband proberen op te bouwen met de ouders en zeker met het kind zodat het welbevinden aanwezig is . Materiele hulp bieden, een luisterend oor zijn en samen met andere instanties  bv. CLB, zorgjuf , collega’s ondersteunining bieden waar ik kan.
5. Ken je iemand in je vriendenkring die zich inzet voor mensen in kansarmoede?
M: In mijn vriendenkring ken ik niet direct mensen die zich bezighouden met kansarmoede, zoals ik eerder vertelt heb ben ik wel al in contact geweest met vrijwilligers die zich inzetten voor kansarmoede.
G: Neen
H: Neen
6. Wat vind je van mensen die zich vrijwillig inzetten voor kansarme mensen?
M: Ik heb erg veel bewondering voor vrijwilligers die zich voor kansarme mensen inzetten, daarnaast vind ik het erg moedig en mooi hoe deze mensen omgaan met deze kansarme. Ik ben erg blij dat deze vrijwilligers bestaan want ik mag er niet aan denken waar de kansarme zouden staan zonder de hulp van de vrijwilliger. Kortom ik doe mijn petje af voor deze vrijwilligers.
G:Deze mensen verdienen een grote pluim. Hun inzet wordt vaak onderschat naar de buitenwereld toe, gelukkig dat zulke mensen rondlopen op de aarde zodat deze kansarme mensen ook kansen krijgen.
H:Deze mensen hebben geen eenvoudige taak en tonen aan dat je met kleine stapjes al veel kan bereiken. Ik bewonder deze mensen voor hun geduld, tijd en het blijven geloven in de mens. Deze mensen blijven middelen en mogelijkheden zoeken om deze mensen te helpen overleven in deze maatschappij.

Bronnen:
Met dank aan M, G en H voor de tijd en de moeite
die ze in deze vragen gestoken hebben!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten