vrijdag 19 augustus 2011

Besluit

Waar een wil is, is een weg!
Armoede hoeft je leven absoluut niet te bepalen.
Want...
Om uit een diepe put te klauter, ben je altijd met twee!!

Organisaties van baby tot volwassenen

Mushi is niet de enige organisatie die zich inzet tegen kansarmoede, hieronder geef ik nog een beetje meer uitleg over enkele organisaties waaronder: De Wurpskes, ’t Lampeke en Het Wijkgezondheidscentrum. Ik onderzoek wie ze zijn, wat hun doel is en wat ze doen voor de kansarme mensen.
Doordat ik deze drie organisaties bespreek kom ik voor zowel de baby, de peuter, de kleuter als de volwassen ouder tot een oplossing voor hun verschillende problemen.

1. De Wurpskes

1.1. Wat is het?
De Wupskes is een kinderopvang waar kinderen tussen 0 en 3 jaar terecht kunnen voor de prijs van € 1.75 waar zowel luiers als eten en nog veel meer is inbegrepen. De kinderen worden in een verticale groep geplaatst, dit wil zeggen dat er in 1 groep zowel baby’s als peuters zitten. Deze werking besteedt naast aandacht aan de band tussen ouder en kind ook ontzettend veel aandacht aan de ouders als individu.
1.2. Doel?
Deze werking heeft als doel elk kind en zijn ouders de kans te geven om te zijn wie ze willen zijn en om voldoende draagkracht te ontwikkelen om volwaardig te functioneren binnen de complexe maatschappij.
1.3. Wat doen ze?
- Ze bieden opvang tussen 7u. en 17u.
- Ze zoeken samen met de ouders oplossingen voor opvoedingsproblemen zoals bijvoorbeeld: niet eten/slapen, continu huilen, driftbuien,… Een oplossing voor deze problemen zoeken doet de werking aan de hand van huisbezoeken waarbij ze het normale ritueel van het kind kunnen bijwonen.
- De ouders steun bieden en zorgen dat ze meer zelfvertrouwen krijgen.
2. Fabota

2.1. Wat is het?
Fabota is een buitenschoolse kinderwerking voor kinderen tussen 2.5 en 14 jaar. Naast naschoolse opvang  organiseert Fabota ook een gevarieerd aanbod aan huiswerkbegeleiding, spelactiviteiten, sportactiviteiten en speelpleinwerking. Fabota biedt veel aandacht aan onderwijs en taal bij de kinderen die naar Fabota komen.

2.2. Doel?
Fabota heeft als doel om kinderen die kansarm zijn ook een toekomst te bieden door hen te ondersteunen bij het onderwijs. Daarnaast hebben ze als doel de ouders van kinderen te ondersteunen in de opvoeding van hun kind.

2.3. Wat doen ze?
- Vangen kinderen op na school en tijdens de schoolvakanties
- Ondersteunen ouders bij het opvoeden van hun kinderen
- Ondersteunen kinderen bij hun huiswerk
- Bieden spel, sport en speelactiviteiten aan voor kinderen tussen 2.5 en 14 jaar.


                                3. ‘t Lampeke

3.1. Wat is het?

’t Lampeke is een buurtwerking die gevestigd is in Leuven en vooral met vrijwilligers werkt. Ze richten zich tot mensen uit de buurt en omstreken die maatschappelijk kwetsbaar zijn of het dreigen te worden. ’t Lampeke biedt buurtbewoners van dinsdag tot vrijdag zowel ’s middags als ’s avonds een maaltijd aan. Ze helpen de mensen met individuele vragen en begeleiden hen rond de onderwerpen wonen, gezondheid en cultuur.
3.2. Doel?
Het algemene doel van deze instelling is werken aan de leefbaarheid in de Ridderbuurt en het doorbreken van kansarmoede en sociale uitbuiting. De specifieke doelen van ’t Lampeke zijn onderanderen:
 - Het vergroten van de draagkracht  van bewoners en bewonersgroepen uit de buurt.
 - Werken aan sociale vaardigheden van mensen in armoede.
 - Re- integratie van mensen door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk
 - Doorbreken van het sociale isolement waar sommige mensen in zitten
3.3. Wat doen ze?
 - Ze vangen de mensen op tussen 11u. en 19u.
 - Ze bieden maaltijden aan (€3 voor volwassenen en €1.5 voor kinderen onder de twaalf jaar)
 - Ze bieden de mensen hulp bij het invullen van administratieve formulieren (vb: belastingsformulier)
 - Ze gaan jaarlijks op vakantie met kansarme mensen voor een laag tarief
 - Ze doen verschillende uitstappen en activiteiten
 - Elke dinsdag komt er een juriste langs om hen te helpen bij het oplossen van juridische problemen.
Kortom ’t Lampeke biedt steun en hulp aan kansarmen waar het nodig is!
                                     4. Wijkgezondheiscentrum

4.1. Wie zijn het?
Een werking die zich inzet voor de gezondheid van kansarme mensen. Ze bieden hun hulp aan waar dit nodig is en schakelen kansarme mensen door naar externe personen indien dit van nodig is.
4.2. Doel?
Men wil de mensen een kwaliteitsvolle gezondheidszorg bieden, die voor iedereen betaalbaar en toegankelijk is, ongeacht de afkomst, stand of rang.
4.3. Wat doen ze?
Het wijkgezondheidscentrum is een instelling die medische hulp biedt in de eerste lijnszorg. Hiertoe behoren artsen, kinesisten, verpleegkundigen en maatschappelijk werkers. En dit alles gebeurt volgens een forfaitair systeem, dit betekent dat het wijkgezondheidscentrum elke maand een bepaald bedrag (bepaald door het RIZIV) krijgt van de mutualiteit voor een welbepaalde patiënt (die werd ingeschreven in het centrum).




Bronnen:
- DEWAELE, A., Thuis in de wijk, brochure, 't Lampeke, Leuven,  2010-2011.
- WIERCKX, D., Wijkkrant, brochure, Ridderbuurt, Leuven, 2011.
- WIERCX, D., Buurtflits, brochure, 't Lampeke, Leuven, 2011
.
http://wurpskes.lampeke.be
- http://fabota.lampeke.be
- http://lampeke.be
- http://vwgc.be




woensdag 17 augustus 2011

Kansarmoede bespreekbaar maken in de klas:

Nu ik eerder in mijn werk stil heb gestaan bij hoe ik in de omgang ben met kansarme kinderen, wil ik toch ook eens stil staan bij het feit hoe ik mijn eigen kleuters binnen mijn kleuterklas zou laten kennis maken met kansarmoede.
Ik kan op verschillende manieren te werk gaan met mijn kleuters, hieronder ziet u enkele manier hoe ik dit onderwerp zou aankaarten binnen mijn kleuterklas.
Het is belangrijk dat de kleuters na enige tijd weten wat kansarmoede is, wat we eraan kunnen doen, hoe we ermee kunnen omgaan,… daarom zou ik dit thema een twee tal weken binnen de klas laten leven.
1. Praten
Voor we de nadruk leggen op kansarmoede zou ik eerst met de kleuters eens nadenken over wat armoede is. Wanneer we het antwoord daarop weten kunnen we verder gaan met het onderwerp kansarmoede. Ik zou de kleuters zelf eens laten vertellen wat zij weten van kansarmoede, waaraan zij denken bij het woord kansarmoede en ze zelf eens laten nadenken hierover. (Dit is natuurlijk niet mogelijk bij kleuters van 2.5 tot 3 jaar)
2.Filmpje
Om de kleuters een beter beeld te geven over kansarmoede zou ik ze een filmpje laten zien in verband met dit onderwerp. Hieronder vind u twee linken van filmpjes die ik wel fijn vind voor binnen de kleuterklas.
2.1. htttp://www.youtube.com/watch?v=gCRgx2Glx9E
-> In dit filmpje wordt grotendeels getoond hoe de kinderen in armere landen spelen. Hierdoor kunnen de kleuters een vergelijking maken tussen ons speelgoed, onze bezigheden en die van kansarme kinderen.
2.2 http://www.youtube.com/watch?v=p2RxlAxEMTI
-> In dit filmpje kunnen de kleuters eens kijken naar wat wij als gewone burgers kunnen doen voor mensen die leven in kansarmoede, daarnaast kunnen de kleuters uit dit filmpje een vergelijking maken tussen hoe wij naar school gaan en hoe deze kansarme kinderen het hebben.
 3.Tekeningen
 Ik zou gedurende de tweetal weken overal prenten, foto’s, posters,… ophangen zodat de kleuters goed weten waarover we het hebben en zodat de klas leeft in het thema kansarmoede.              
                                                                                     
Geen geld -> Geen eten -> Ziek

  Geen schoolmogelijkheden, laag schoolniveau -> Geen carrière -> Weinig toekomst
Geen eten en drinken -> Ondervoed,...

                                                                         








Geen sociale contacten -> Niet lachen, plezier maken,...
Vaak ziek -> Geen sociaal contact -> Niet naar school kunnnen



4. Opdrachten
Daarnaast zou ik met de kleuters verschillende werkjes maken rond kansarmoede zodat ze zelf ook eens stilstaan bij kansarmoede en meer bekend worden met dit onderwerp.
4.1. Samen met de kleuters in de kring eens stil staan bij wat kansarme kinderen in vergelijking met ons niet hebben. Dit kan ik doen door prenten mee te brengen en de kleuters deze op een vel papier te laten kleven of door hen zelf dingen te laten tekenen op een vel papier.

4.2. De kinderen een A4 blad geven en hen daarop eens laten tekenen wat ze denken dat kansarme kinderen missen.

5. Geschenk
Als laatste opdrachtje zou ik met de kleuters een grote doos vullen met spullen die zij wel kunnen missen van thuis en die we naar kansarme kinderen kunnen opsturen. Dit wordt meegedeeld aan de ouders via een briefje in het schriftje van de kleuters.


Bronnen:

woensdag 3 augustus 2011

Hoe staan verschillende mensen tegenover kansarmoede?

Als bijkomende opdracht heb ik erover gekozen om eens in mijn omgeving rond te vragen wat verschillende mensen over kansarmoede denken, weten, wat ze er tegen doen,… Hieronder vind u telkens de vraag en het antwoord van elke persoon individueel:
1. Welke leeftijd hebt u op dit moment?
M: 43 jaar
G: 49 jaar
H: 33 jaar

2. Wat roept het woord kansarmoede bij jouw op?
Dit is een vraag waarop ik ontzettend uiteenlopende antwoorden kan krijgen maar geen enkel van onderstaande antwoorden is in mijn ogen fout in tegendeel ze zijn allemaal even eerlijk en oprecht.
M: Kansarmoede is een woord waar ik al meerdere malen van heb gehoord maar eigenlijk tot nu toe nog nooit bij stil gestaan heb.
Wanneer ik het woord kansarmoede letterlijk opvat kom ik tot onderstaande betekenis van het woord: Mensen die arm zijn qua kansen. Wanneer ik dit woord dan nader bekijk kan ik zeggen dat mensen die kansarmoede hebben minder kansen krijgen omwille van een achterstand qua inkomen, opleiding, welzijn, gezondheid,.. en zo kan ik nog wel even doorgaan. Mijn besluit van kansarmoede is dus dat deze mensen niet mee kunnen binnen de maatschappij omwille van verschillende ongemakken/achterstanden.
G: Daar moet ik even over nadenken. Jonge mensen die geen kans zien om te studeren, met andere woorden, waar het onderwijs te duur voor is of die het financieel moeilijk hebben. Kortom mensen die het moeilijk hebben om zich te integreren in de maatschappij.

H: Ik denk daarbij aan mensen die geen mogelijheden hebben op financieel vlak waardoor ze geen (of weinig) onderwijkansen hebben. Deze mensen kunnen moeilijk vooruitkomen in het leven en zitten daardoor in een negatieve spiraal, waar ze zelden of nooit uitkomen. Wat het nog moeilijker maakt voor deze mensen zijn de vooroordelen die de mensen hebben over hen in onze maatschappij.
3. Ben je ooit al eens in contact geweest met een persoon die te maken had met kansarmoede? Wie? Wat? Waar?
M: Ik heb nog nooit echt nadrukkelijk te maken gehad met mensen die leven in kansarmoede. In mijn vroegere schoolloopbaan ben ik wel in contact gekomen met mensen die kansarm zijn maar dit was eerder een kortstondig gesprekje bij een buurtwerking van Leuven.
G:
Mijn beroep is politieagent en ik kom dus regelmatig in contact met dergelijke personen. Omwille van het beroepsgeheim mag ik geen verdere persoonlijke informatie doorgeven maar je herkent deze mensen meteen door hun achtergrond, nationaliteit en het niet vinden van werk. Daarnaast merk ik op dat deze mensen zich niet kenbaar kunnen maken binnen onze maatschappij aangezien ze van een ander land komen en dusdanig als vreemdeling beschouwt worden
. Doch zijn deze mensen zeer medewerkend,vriendelijk en proberen ze aan werk te komen.

H:Omdat mijn beroep kleuterleidster is kom ik soms in contact met kinderen ( kleuters ) uit een kansarm gezin. Op school/in de klas valt het op dat deze kinderen soms weinig zelfvertrouwen hebben, de Nederlandse taal niet machtig zijn, er wat onverzorgd voorkomen en structuur missen. De verwachtingen voor deze kansarme kinderen zijn vrij groot van thuis uit Bv. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor een jongere broer/zus. Ik wil even melden dat niet alleen allochtone mensen kansarm kunnen zijn, maar  autochtone mensen evenzeer. Kortom Kansarmoede is vaak heel dichtbij.
4. Wat zou jij zelf doen aan kansarmoede moest je daarvoor de mogelijkheden hebben?
M: Moest ik de mogelijkheid hebben zou ik ontzettend veel doen voor deze mensen. Ik zou bijvoorbeeld deze mensen meer kansen bieden door hen speelgoed,schoolmateriaal, kledij,… te schenken waardoor ze zich al meer thuis voelen in de maatschappij. Daarnaast zou ik een huis opbouwen waarin mensen terecht kunnen voor de hulp naar cursussen, werk, toekomst plannen,… toe. Hiermee bedoel ik dat mensen die kansarm zijn, de mogelijkheid krijgen om op iemand te rekenen die hun toekomst mee in de hand houdt.
Als laatste zou ik graag aan alle kinderen de mogelijkheid geven tot een schoolloopbaan, tenslotten heeft elk kind recht op onderwijs.


G:Moest ik deze mogelijkheden hebben zou ik deze mensen helpen aan werk te geraken.
H:
Ik zou als kleuterleidster een vertrouwensband proberen op te bouwen met de ouders en zeker met het kind zodat het welbevinden aanwezig is . Materiele hulp bieden, een luisterend oor zijn en samen met andere instanties  bv. CLB, zorgjuf , collega’s ondersteunining bieden waar ik kan.
5. Ken je iemand in je vriendenkring die zich inzet voor mensen in kansarmoede?
M: In mijn vriendenkring ken ik niet direct mensen die zich bezighouden met kansarmoede, zoals ik eerder vertelt heb ben ik wel al in contact geweest met vrijwilligers die zich inzetten voor kansarmoede.
G: Neen
H: Neen
6. Wat vind je van mensen die zich vrijwillig inzetten voor kansarme mensen?
M: Ik heb erg veel bewondering voor vrijwilligers die zich voor kansarme mensen inzetten, daarnaast vind ik het erg moedig en mooi hoe deze mensen omgaan met deze kansarme. Ik ben erg blij dat deze vrijwilligers bestaan want ik mag er niet aan denken waar de kansarme zouden staan zonder de hulp van de vrijwilliger. Kortom ik doe mijn petje af voor deze vrijwilligers.
G:Deze mensen verdienen een grote pluim. Hun inzet wordt vaak onderschat naar de buitenwereld toe, gelukkig dat zulke mensen rondlopen op de aarde zodat deze kansarme mensen ook kansen krijgen.
H:Deze mensen hebben geen eenvoudige taak en tonen aan dat je met kleine stapjes al veel kan bereiken. Ik bewonder deze mensen voor hun geduld, tijd en het blijven geloven in de mens. Deze mensen blijven middelen en mogelijkheden zoeken om deze mensen te helpen overleven in deze maatschappij.

Bronnen:
Met dank aan M, G en H voor de tijd en de moeite
die ze in deze vragen gestoken hebben!

dinsdag 2 augustus 2011

Lezersbrief klasse

Beste leraars,

 
Via deze weg wil ik uw aandacht vragen voor een belangrijk onderwerp in onze klassen. Namelijk kansarmoede, kansarmoede is een onderwerp dat we vaak tegen komen binnen onze maatschappij maar waar amper of geen aandacht aan geschonken wordt.  Vele mensen weten niet dat het nog bestaat en weten daarnaast ook vaak niet wat we eraan kunnen doen, toch vind ik persoonlijk dat we ook aan kansarmoede aandacht moeten besteden.

Zoals ik al eerder zei komt kansarmoede meer en meer voor binnen de maatschappij, dit geldt dus ook voor sommige kleuters binnen onze eigen kleuterklas. Weeral heeft ‘die bepaalde kleuter’ geen boterhammen bij, weer kan ‘dat bepaalde kind’ de schoolrekening niet betalen, weer is het ‘die ene kleuter’ die niet mee op schoolreis gaat,… Dit zijn allemaal situaties waarmee ik in mijn verdere carrière geconfronteerd zal worden. Daarom zou ik graag eens nagaan hoe ik tegenover deze kinderen sta, wie zich inzet voor hen en hoe het staat met hun geloof, cultuur, tradities… Maar naast dit alles wil ik ook eens stilstaan bij het feit hoe ik kansarmoede in mijn klas tot leven breng, hoe ik kleuters leer met andere kansarme kinderen omgaan,…
Een kansarm kind betekent voor mij net zoveel als een dood normale kleuter binnen de kleuterklas, meer zelfs ik zou deze kinderen naar de toekomst toe graag bijstaan en helpen waar ik kan. Tenslotte vind ik dat deze kinderen net zoveel kansen moeten krijgen als de gewone kinderen. Gelukkig bestaan er organisaties die zich inzetten voor kansarme mensen zoals: ’t Lampeke en Mushi. Zij vangen ouders en hun kinderen op die het minder goed hebben binnen onze maatschappij, ze geven hen eten, opvang en hulp waar nodig is,… maar deze twee organisaties zijn niet de enige die zich inzetten voor kansarmoede, naast hen zijn er nog vele organisaties en individuele burgers die campagnes voeren tegen kansarmoede binnen de maatschappij.

Het opdringen van de eigen tradities, het geloof, de cultuur,… gebeurt gelukkig in de meeste gevallen niet. Kinderen kunnen dus vaak hun eigen gewoontes behouden, dit vindt ik ontzettend goed aangezien kansarme kinderen het al moeilijk genoeg zullen hebben om zich aan te passen aan onze maatschappij. Regels die moeten worden nageleefd binnen de specifieke werkingen hebben absoluut niets te maken met geloofsovertuiging.


Een belangrijke tip die ik uit dit hele onderzoek leerden is: “ Weet als leerkracht wat je kan en mag zeggen (weet de achtergrond van de kleuters, ouders,…), laat de kleuters op een speelse maar zeer leerrijke manier kennismaken met het onderwerp kansarmoede en geef vooral als leerkracht het goede voorbeeld.

Dus, een oproep aan alle juffen, meesters...
Help de kleuters die het wat moeilijker hebben, wees geduldig en vooral : praat erover voor je misverstanden creërt




Dank u voor uw aandacht,
Sien Van Rompuy
Studente KHLeuven
1ste jaar Bachelor Kleuteronderwijs





Gedichtje

Hieronder ziet u twee gedichtjes die te maken hebben met kansarmoede en die me aanspraken:


Ellende
Ik wil me ogen sluiten
Alles zet ik van me af.
Ik blijf steeds in me zelf schreeuwen
Hoe kom ik ooit van deze ellende af.

Ik wil me ogen sluiten
Maar het heeft allemaal geen zin.
Ik weet dat ik dit niet win
Want ik ben kapot gemaakt.

Ik open mijn ogen
Om de werkelijkheid te zien.
Tranen komen naar buiten
en hoop dat de ellende ooit over gaat misschien?

Kansarmoede


Amoede is meer dan geen geld hebben
Het is gevangen zitten in een neerwaartse spiraal
een neerwaartse spiraal van
 achterstallen, niet meetellen en afgeschreven zijn.
Vandaag de dag heb je heel wat kennis en vaardigheden
nodig om mee te kunnen in de maatschappij.

Kansarmoede betekent ook hier maar weer eens achter het net vissen.
 


zondag 15 mei 2011

Mijn ervaringen bij dit werk

Werken aan deze blog was niet altijd even gemakkelijk aangezien er nog veel andere werkjes naast deze blog moesten gedaan worden en ik in deze blog telkens wel tijd moest steken.
Vooral het interview heeft me wat tijd gekost, maar ondanks de tijd die ik erin gestoken heb vind ik dat het resultaat wel gezien mag worden. Daarnaast vond ik het filmen een ontzettend leuke ervaring.
Het maken van de blog zelf vond ik niet zo moeilijk, maar de het lezen en verwerken van de verplichte bronnen heeft me toch wel een hele hoop moeite gekost.
Maar ondanks dat ik veel tijd in deze blog heb gestoken ben ik onzettend blij dat ik eens met mijn eigen ogen dit Jeugdwerk heb mogen beschouwen. Gelukkig bestaan er nog mensen zoals hen, die zich willen engageren voor het welzijn van anderen die het moeilijker hebben in de maatschappij.
Kortom dit was een tijdinamende opdracht, maar ik ben toch blij met het resultaat!